Vrijwilliger valt uit hoge kerstboom. Wie is aansprakelijk voor zijn letselschade?

Een gemeente heeft met dorpskernen afspraken gemaakt over het plaatsen van kerstbomen.  Een dorpskern schakelt de vrijwilligersorganisatie Speelruimte in om dit uit te voeren. Een vrijwilliger helpt bij het kappen van een hoge kerstboom. Die staat nog in een tuin en moet omgezaagd worden voordat hij op het dorpsplein kon worden geplaatst. Hij klimt in de boom om een trektouw aan te brengen, valt uit de boom en loopt een dwarslaesie op.

Hij stelt diverse partijen aansprakelijk. Zijn vordering wordt beoordeeld door het Hof ‘s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2020:1701). Het hof oordeelt dat noch de Dorpsraad noch de gemeente aansprakelijk is op grond van onrechtmatige daad. Vervolgens beoordeelt het hof of de vrijwilligersorganisatie aansprakelijk is.

Er ging van alles mis

De  hoge spar stond nog in een tuin en moest eerst worden omgezaagd voordat deze op het dorpsplein kon worden geplaatst. De vrijwilligers wilden de boom omzagen en hadden een hoogwerker meegenomen, maar deze kon vanwege de grote afmetingen niet in de tuin worden gereden. Een ladder hadden zij ook niet. Deze stond in een speeltuin op 600 à 700 meter verderop. De ongelukkige vrijwilliger is toen met behulp van een zetje en zonder beschermende maatregelen de boom in geklommen om een trektouw aan te brengen om de boom te geleiden bij het omtrekken. Toen hij op een hoogte van ongeveer drieënhalf meter was, is hij naar beneden gevallen en is hij met zijn rug op het tuinhuisje van de buurman gevallen.

Is de vrijwilligersorganisatie aansprakelijk als werkgever?

De vrijwilliger stelde dat er sprake was van een werkgever – werknemer relatie ex artikel 7:658 BW. Op basis van deze werkgeversaansprakelijkheid, is een werkgever verplicht te zorgen voor een veilige werksituatie. Indien hiervan geen sprake is moet de werkgever zijn volledige schade vergoeden. De enige uitzondering hierop is als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

Volgens het vierde lid van dit artikel is de werkgever ook aansprakelijk voor ongevallen die de door hem ingeschakelde zzp’er, stagiaire of vrijwilliger overkomen. De Hoge Raad bevestigde dat het artikel ook van toepassing kan zijn bij vrijwilligerswerk. Er moet dan wel sprake zijn van een vrijwilliger die in een met een werknemer vergelijkbare positie verkeert en daarom aanspraak heeft op dezelfde door de werkgever in acht te nemen zorg. Zo nam de Hoge Raad aan dat een vrijwilliger die reparatiewerkzaamheden verrichtte aan het dak van een parochie en van het dak viel, de parochie aansprakelijk kon houden (ECLI:NL:HR:2017:3142, NJ 2018/209). Bepalend is of de werkzaamheden feitelijk tot de beroeps- of bedrijfsuitoefening van de werkgever behoren.

Echter in de zaak van de vrijwilliger en de kerstboom was volgens het hof werkgeversaansprakelijkheid niet aan de orde. Er was geen sprake van een positie die vergelijkbaar was met die van een werknemer. De vrijwilliger was niet verplicht om mee te doen aan de kerstbomenactie en was nergens aan gebonden. Daarbij bleek uit getuigenverklaringen dat er geen taakverdeling was gemaakt voor het omzagen van de kerstboom en dat er ook geen sprake was van een gezagsverhouding zoals tussen een werkgever en werknemer.

Het hof achtte de stichting wel aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. De stichting had moeten beseffen dat het omzagen van een boom van 6 meter een gevaarlijke activiteit was. De kans dat er iets mis zou gaan is groot en de gevolgen daarvan kunnen zeer ernstig zijn. Er rustte daarom een zorgplicht op de stichting. Door de schending van deze zorgplicht is de stichting volgens het hof aansprakelijk op basis van onrechtmatige daad.

Het hof houdt rekening met het feit dat de vrijwilliger op eigen initiatief in de kerstboom geklommen is en zelf geen beschermende maatregelen heeft genomen om het gevaar te voorkomen. Het hof neemt 50 % eigen schuld van de vrijwilliger aan maar corrigeert dit op grond van de billijkheidscorrectie zodat de vrijwilliger uiteindelijk 25 % van zijn schade zelf moet dragen.

Conclusie

Nu het hof van mening is dat de vrijwilliger niet in een met een werknemer vergelijkbare positie verkeert, krijgt deze zijn volledige schade niet vergoed. Wel wordt een onrechtmatige daad aangenomen, maar het hof neemt daarbij een deel eigen schuld aan.

Gelet op de blijvende verlamming van het slachtoffer met als gevolg rolstoelafhankelijkheid, diverse lichamelijke beperkingen en psychische klachten, is dit een zware uitkomst voor de vrijwilliger.

Een dwarslaesie brengt voor een slachtoffer hoge kosten met zich mee. Denk aan de kosten van aanpassing van woning, auto, een goede rolstoel, tillift bij het bed en bad. Iemand met een hoge dwarslaesie heeft natuurlijk veel meer zorg nodig dan iemand met een lage dwarslaesie. Die kan misschien nog wel zelf transfers maken en dan zelfstandig naar  het toilet en zelf in bed komen.

Het in kaart brengen van de schade van een slachtoffer met een dwarslaesie is maatwerk. Vaak blijkt er behoefte te zijn aan meer zorg, aanpassingen en hulpmiddelen dan wordt vergoed door zorgverzekeraar en gemeente. De gehele zorgbehoefte wordt in kaart gebracht. Vervolgens wordt onderzocht welke partij of instantie die zorg geheel of gedeeltelijk financiert.

Is er een aansprakelijke partij dan wordt gekeken welke behoefte iemand concreet heeft. Dat is een ander uitgangspunt dan bijvoorbeeld een gemeente of zorgverzekeraar hanteren. Die gaan uit van gebruikelijke zorg, houden rekening met mantelzorg door familieleden en hanteren andere tarieven voor de vergoeding van deze zorg.

Deze vrijwilliger kan nu in ieder geval bij een verzekeraar terecht voor een groot deel van zijn concrete schade.  Zijn zeer ongelukkige val wordt nu in ieder geval in financiële zin opgevangen.

Heeft u tijdens uw (vrijwilligers)werk een ongeval gehad met letselschade als gevolg en wilt u weten wie u aansprakelijk kunt stellen of wat uw mogelijkheden zijn om de schade te verhalen? Neem gerust contact met ons op en leg uw vraag vrijblijvend aan ons voor.