Letselschade tijdens bedrijfsuitje

In het kader van een bedrijfsuitje ontstaat regelmatig letsel. In deze zaak  ging men varen en ontstond er rugletsel. Het slachtoffer stelt de organisator van de vaartocht aansprakelijk.

Letselschade tijdens vaartocht

Een man maakt tijdens een bedrijfsuitje een boottocht met een Rigid Inflatable Boat (RIB), een rubberboot met een stevige romp. De boot voer van Rotterdam naar Scheveningen. In Scheveningen aangekomen, blijkt de man niet van zijn stoel af te kunnen komen. Hij wordt met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht, waar blijkt dat hij twee inzakkingsfracturen heeft van rugwervels.

De man stelt de organisator van de boottocht aansprakelijk voor zijn letselschade. Hij voert aan dat zijn letsel het gevolg is van ernstige geweldsinwerking. Blootstelling hieraan levert volgens hem aansprakelijkheid op voor zijn letselschade. Daarnaast stelt hij dat de organisator onvoldoende rekening heeft gehouden met het risico dat in de kracht van de boot ligt. Het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2019:948) behandelde deze zaak.

Sport- en spelsituatie

In deze zaak gaat het om letsel dat is ontstaan tijdens een risicovolle activiteit. Dit is van belang bij de beoordeling van aansprakelijkheid. Ook is het belangrijk of er sprake is van een zogenoemde sport- en spelsituatie. Is er sprake van een sport- en spelsituatie, dan is de organisator minder snel aansprakelijk voor het letsel.

Het Hof overwoog dat het een vaartocht met een RIB betreft, waarbij van de passagiers een actieve lichaamshouding en een zeker incasseringsvermogen werd verlangd. Er was sprake van een situatie waarvan de deelnemers wisten en ermee instemden dat er daadwerkelijk enige ‘actie’ op het water zou zijn, die in zoverre dan ook vergelijkbaar is met een sport- of spelsituatie, aldus het Hof.

Voor aansprakelijkheid van de organisator is dan ook meer nodig dan de aanwezigheid en het zich realiseren van risico’s. Er zal sprake moeten zijn van bijkomende omstandigheden, waarbij met name gedacht kan worden aan het veroorzaken van groter gevaar dan waarop de deelnemers bedacht moesten zijn. Volgens het Hof is niet komen vast te staan dat er sprake is van bijkomende omstandigheden, en met name niet dat de organisator de man heeft blootgesteld aan een groter gevaar dan waarop hij bedacht moest zijn.

Tot slot is niet vast komen te staan dat het rugletsel alleen het gevolg kan zijn van een ernstige geweldsinwerking, hetgeen de man stelde. Het kan bijvoorbeeld ook door het ongelukkig of onhandig opvangen van de man zelf zijn gekomen. Het Hof concludeert dat de organisator van de boottocht niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat aan boord van de RIB heeft plaatsgevonden.

In deze uitspraak is de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van sport- en spelsituaties toegepast ten aanzien van een vaartocht. Hierdoor krijgt de man ondanks zijn letsel, zijn schade niet vergoed. De feitelijke omstandigheden van het geval zijn van groot belang. Dergelijke omstandigheden kunnen leiden tot het al dan niet toepassen van de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel van sport- en spelsituaties.

Wilt u meer informatie over opgelopen letselschade? Neemt u dan contact met ons op.

Uitspraak: Hof Den Haag ECLI:NL:GHDHA:2019:948